Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de zonen van Jakob kwamen van het veld, als zij dit hoorden; en het smartte dezen mannen, en [8]zij ontstaken zeer, omdat hij [9]dwaasheid in [10]Israel gedaan had, Jakobs dochter beslapende, [11]hetwelk alzo niet zoude gedaan worden. 8. Hebr. en hen ontstak zeer, te weten, de toorn; zie boven, hfdst.4 vs.5,6. 9. Of, een schendig stuk, of schandelijkheid, afvalligheid, onzinnigheid. Dit woord betekent een zonde, die, voortkomende uit een bozen en onbeschaamden lust, geschiedt niet alleen tegen Gods gebod, maar ook tegen de burgerlijke eerbaarheid, of ook somtijds tegen de natuur, veroorzakende grote ergernis en schande. Verg. Deut.22:21; Joz.7:15; Richt.19:23, en Richt.20:6; 2 Sam.13:12. 10. Dat is, in of aan het huis Israels, of Gods volk, hetwelk uit Jakob, toen Israel genaamd werd, gesproten is. 11. Of, alzo geschiedt het niet; dat is, alzo placht en behoorde het niet te geschieden. Zie dergelijke manier van spreken, boven hfdst.20 vs.9.